‘Mag ik dit een bastilla noemen?’. Ik vroeg het aan mijn vriend. Geen kip, geen vis, hij vertrouwde het van tevoren niet helemaal. Toch was zijn antwoord ‘zeker, maar je gaat mensen wel gek maken dat je er tofu in stopt’. Deze groenten bastilla is helemaal vegan, maar minstens net zo lekker.

Bastilla is een soort Marokkaanse pastei. Ik maak hem met filodeeg. Ik heb het gemaakt met filodeeg uit de vriezer van de supermarkt en met filodeeg uit de koeling van de Turkse supermarkt. Die uit de Turkse supermarkt is echt mijn favoriet. De vellen zijn wat groter, minder droog en scheuren minder snel. Ze werken een stuk fijner. Leg ze terwijl je bezig bent steeds onder een theedoek, dan drogen ze niet uit. Dus mocht je een rol kunnen vinden, dan zou ik hier zeker voor gaan. En anders kan filodeeg uit de supermarkt ook prima.

De basis van de vulling voor de bastilla zijn uien, wortels en champignons. Uien karameliseer ik op laag vuur, minstens een half uur. Hierdoor worden ze zoeter, wat goed past bij de zoet/hartige smaak van bastilla. Wortelen rasp ik en kastanje champignons snijd ik in reepjes. Je zou ook witte champignons kunnen gebruiken. Die laten vaak wat meer vocht los, dus giet de vulling na het bakken dan wel goed af.

Door bastilla gaat ook vaak ei. Ik vind silken tofu een lekker alternatief voor ei. Het is net zo zacht en romig. Nadeel aan silken tofu is dat het snel uit elkaar valt en er in je bastilla misschien niks van over blijft. Ik laat hem uitlekken door er tijdje en snijplank op te leggen. Daarna bak ik hem goudbruin. Hierdoor krijg je wat stevigere stukjes tofu, die alsnog het lekkere zachte van silken tofu hebben.

Wat een extra krokantje geeft aan de bastilla, zijn geroosterde amandelen. Deze meng je met poedersuiker en kaneel. Hier begint de kenmerkende combinatie van zoet en hartig al. Qua kruiden gebruik ik gemberpoeder, komijn, saffraan en kurkuma. Oranjebloesem vind ik erg lekker, maar doe ik er heel weinig door. Mensen vinden het snel te sterk aanwezig. Proef dus even voor je eventueel extra toevoegt. Er zijn ook genoeg mensen die dit helemaal niet lekker vinden (mijn broer), dus je kunt het ook gerust weglaten.

De bastilla versier je met poedersuiker en kaneel. Vaak wordt er een raster van kaneel gemaakt. Ik heb satéstokjes en touwtjes geprobeerd als handige trucjes, maar dit werkte allemaal niet. Uiteindelijk heb gewoon met een zeefje poedersuiker over de bastilla gestrooid. Daarna heb ik voorzichtig lijntjes met kaneel gemaakt, door uit een lepeltje met een mesje heel voorzichtig de kaneel te strooien. Het is een bezigheidje, maar opzich wel leuk al zeg ik het zelf. Maar mocht iemand een handige truc hebben, dan hoor ik hem graag.

De bastilla is even een werkje, maar wel onwijs lekker. De combinatie tussen zoet en hartig vind ik heerlijk. Zeker het proberen waard. Mijn vriend at de halve bastilla. Ik nam een kwart met een salade. Het laatste kwart at ik de volgende dag bij de lunch. Ik heb een airfryer, daarin warmde ik hem even op. Anders zou ik hem in de oven opwarmen. Afhankelijk van hoeveel je eet, kunnen er dus 3 á 4 personen van eten.

Ingrediënten (3-4 personen)

• 5 grote vellen filodeeg
• 300 gram silken tofu
• halve citroen
• 1 pluk saffraant
• 2 uien
• 50 gram amandel
• 500 gram wortel
• 400 gram kastanjechampignons
• 5 tenen knoflook
• half bosje peterselie
• half bosje koriander
• 1 theelepel gemberpoeder
• 1 theelepel komijn
• 1 theelepel kurkuma
• halve theelepel oranjebloesem (optioneel)
• 1,5 eetlepel poedersuiker
• 2 theelepels kaneel

---

1. Giet de silken tofu af en leg op een keukenpapiertje. Leg nog een keukenpapiertje op de tofu, met daarop een snijplank. Neem niet een té zware plank, dan plet je de tofu. Laat 30 minuten uitlekken.

2. Knijp het sap van de citroen uit en doe de saffraan in het sap.

3. Snijd die ui in halve ringen. Verhit wat olie in een zware pan en bak de ui op zacht vuur een half uur, tot hij gekarameliseerd en bruin is.

4. Verwarm de oven voor op 200°C. Bekleed een bakplaat met bakpapier.

5. Als je filodeeg uit de vriezer gebruikt, haal je het nu vast eruit om te ontdooien.

6. Leg de amandelen op de bakplaat en rooster ze 15 minuten. Als ze goudbruin zijn, haal je ze uit de oven. Laat de oven aan staan.

7. Schil en rasp de wortel met een grove rasp en snijd de champignons in plakjes. Hak de knoflook, koriander en peterselie fijn.

8. Doe de wortel en champignons bij de uien in de pan en bak ze 10 minuten. Als er veel vocht in de pan zit, giet je dit af.

9. Snijd de tofu voorzichtig in plakjes. Verhit wat olie in een koekenpan en bak de tofu aan beide kanten goudbruin. Zet apart.

10. Doe de knoflook bij de groenten in de pan en bak een minuutje mee. Voeg dan de peterselie, koriander, gemberpoeder, komijn, citroen met saffraan, kurkuma en oranjebloesem toe. Roer door, proef of het op smaak is en voeg eventueel extra zout of kruiden toe.

11. Hak de amandelen en meng met een halve eetlepel poedersuiker en 1 theelepel kaneel.

12. Vet een ronde ovenschaal in met wat olie. Leg 4 vellen filodeeg overhangend over de bodem. Strijk de vellen steeds in met olie. Verdeel de helft van de groenten over de bodem. Breek de tofu in iets kleinere stukken en verdeel over de groeten. Verdeel hier de rest van de groenten over, gevolgd door de amandelen. Dek af met het filodeeg en bedek met nog 1 vel. Let op dat er geen lucht tussen zit, dan scheurt het deeg. Stop het laatste vel voorzicht in, onder de bastilla. Bestrijk met nog wat olie. Bak de bastilla een half uur in de oven, tot hij goudbruin is.

13. Versier de bastilla met kaneel en poedersuiker.