Dit vind ik een van de lekkerste vlaaien, de kersenvlaai. Luchtig vlaaideeg, met een fruitige vulling van kersen. Je kunt de vulling kant-en-klaar kopen, maar zelfgemaakt met diepvrieskersen is ook erg makkelijk. Hij is vegan, maar ik geloof echt niet dat iemand dat zou proeven.

Het vlaaideeg heb ik ook gebruikt voor de vegan aardbeienvlaai. Ik vind vlaaideeg altijd iets geks. Het voelt heel zacht, waardoor ik het altijd een leuk deeg vind om te maken. De eerste keer dat ik het maakte had ik nooit gedacht dat er gist in ging. Dit zorgt voor de luchtige, bijna broodachtige bodem. Ik gebruik dit keer verse gist, maar als je gedroogde gist wilt gebruiken kan dat ook prima. Maak er dan 7 gram van en laat het 10 minuten staan in het warme water.

De vulling maak je een avond van te voren. Hierdoor kan de vulling opstijven, waardoor de bodem niet sompig wordt. Eerst maak je een suikersiroop van water en suiker. Hier meng je maizena en de kersen door. Dit laat je even koken, zodat het wat indikt en het vocht ook de lekkere kersensmaak krijgt. Ik doe er ook wat citroensap door. Het is niet noodzakelijk, maar ik vind het de vulling net wat frisser maken.

Tweederde van het deeg rol je uit ter grootte van een vlaaivorm. Ik neem een vlaaivorm van 26 centimeter. Over de bodem verdeel je de kersenvulling. Hier komt het vlaairaster over. Het raster maak ik met een ‘raster wieltje’. Ik kwam hem gekgenoeg in Italië tegen en heb hem gelijk meegenomen. Je kunt hem ook online bestellen. Je moet het wieltje goed aandrukken terwijl je rolt, anders snijdt hij het deeg niet helemaal door. Je kunt eventueel met een mesje de gaatjes ook nog nasnijden als het niet overal gelukt is. Geen wieltje en wil je hem ook niet kopen? Je kunt ook gewoon repen deeg snijden en daarmee een raster maken. Misschien niet het typische raster, maar wel net zo lekker.

De vlaai bak je 25 minuten in de oven, tot hij goudbruin is. Ik bestrijk hem daarna met abrikozenjam. Hierdoor glanst hij mooi. Hiervoor meng je een eetlepel abrikozenjam met twee eetlepels water. Dit breng je even aan de kook. Vervolgens kun je de bovenkant van de vlaai hiermee bestrijken. Je proeft de abrikozen niet terug, maar het maakt de vlaai voor het oog wel af.

Een warme vlaai is natuurlijk super lekker, maar als je mooie punten wilt snijden moet je hem toch helemaal af laten koelen. Het is niet een hele ingewikkelde taart, de kersenvlaai. Hij is super fruitig en licht. En nu ook vegan. Deze ga ik nog vaak maken.

Ingrediënten (1 vlaai van 26-28cm)

Vlaaivulling:

• 350 milliliter water
• 130 gram suiker
• 35 gram maizena
• 750 gram (diepvries) kersen
• 1 citroen

Deeg:

• 150 milliliter melk
• 20 gram verse gist
• 300 gram bloem
• halve theelepel zout
• 75 gram boter
• 3 eetlepels suiker

Afwerking:

• 1 eetlepel abrikozenjam

Bereidingswijze

1. Vlaaivulling: Maak de vlaaivulling een avond van tevoren. Doe hiervoor het water met de suiker in een steelpannetje en breng het aan de kook.

2. Meng de maizena met 3 eetlepels water en roer het door de suikersiroop in het pannetje.

3. Voeg de kersen toe aan de steelpan, breng het zachtjes aan de kook en laat het geheel een aantal minuten rustig doorkoken.

4. Meng het sap van de citroen door de kersen. Doe de kersen in een bakje en laat het wat afkoelen op het aanrecht. Als het afgekoeld is, laat je het afgedekt een nacht in de koelkast opstijven.

5. Vlaai maken: Verwarm de melk wat in een steelpannetje, tot het lauwwarm is. Doe dan alle ingrediënten voor het deeg in de kom van een keukenmachine. Kneed het een 6 minuten tot een glad deeg.

6. Dek de kom af en laat het deeg een uur rijzen.

7. Vet een vlaaivorm van 26-28 centimeter in. Verwarm de oven voor op 220°C.

8. Neem tweederde van het deeg en rol het uit ter grootte van de taartvorm. Leg het deeg in de vorm. Maak de randen van het deeg wat vochtig, zodat de bovenkant goed blijft plakken.

9. Verdeel de vlaaivulling over de bodem.

10. Rol de rest van het deeg uit, iets kleiner dan de taartvorm. Maak het raster met een rasterwieltje. Trek het deeg wat uit elkaar, zodat je de gaatjes ziet en leg het over het deeg.

11. Snijd het overtollige deeg langs de randen af en bak de vlaai 25-30 minuten, tot hij goudbruin is.

12. Verwarm de jam met 2 eetlepels water in een steelpannetje. Als de vlaai gaar is, bestrijk je de bovenkant met het jammengsel.

13. Laat de vlaai helemaal afkoelen voor je hem aansnijdt.