Ook wel eens Surinaamse bami afgehaald? Ik vind het altijd erg lekker, maar je kunt het ook prima thuis maken. Ik doe er wat boontjes doorheen en tempeh. Zo heb je een gezonde vegan maaltijd, die je prima doordeweeks kunt eten.

Vandaag heb ik de bami gemaakt van ‘echte’ Surinaamse bami. Ik was in de toko en zag hem, dus wilde het wel proberen. Hij is lekker, maar je hoeft er niet speciaal voor naar de toko. Surinaamse bami kun je namelijk heel goed van spaghetti maken. Extra gezond, is natuurlijk volkoren spaghetti. Om niet te veel koolhydraten te eten, maar wel een gevuld bord te hebben, doe ik sperzieboontjes door de bami. Smaakt er ook erg lekker bij.

Belangrijke smaakmakers voor Surinaamse bami zijn maggiblokjes, ketjap en sojasaus. De maggiblokjes zijn de vierkante blokjes, in rood/gele verpakking. Door de bami doe ik 1 klein blokje, dus uit een ingepakt setje 1 van de twee blokjes. Ketjap maakt de bami wat zoeter, maar om het niet té zoet te maken doe ik er ook sojasaus door. Al deze ingrediënten bevatten veel zout, ook als je sojasaus met minder zout gebruikt. Om de hoeveelheid iets te beperken voeg ik ook marmite toe. Het is niet zo standaard, maar geeft veel smaak en bevat geen zout.

Door de Surinaamse bami doe ik tempeh. Dit zorgt voor een lekkere bite. De tempeh marineer ik kort in dezelfde soort smaakmakers als door de bami. Terwijl je door gaat met het voorbereiden van de bami, laat je de smaken even in de tempeh trekken. Daarna bak je hem in de pan, waarna je de rest van de ingrediënten toevoegt.

Vaak worden er bij Surinaamse bami wat bijgerechten geserveerd. Altijd lekker natuurlijk, maar ik heb hem zo gemaakt dat je met alleen dit recept ook een volwaardige maaltijd hebt. Serveer er wat plakjes komkommer bij of, al helemaal lekker, wat zoetzure komkommer en je maaltijd is af.

Ingrediënten (2 personen)
Tempeh:
- 100 gram tempeh
- 2 centimeter gember
- 2 tenen knoflook
- 1 eetlepel ketjap
- 1 eetlepel sojasaus (minder zout)
- 1 theelepel sambal
- halve theelepel five spice
Bami:
- 100 gram spaghetti
- 300 gram sperziebonen
- 2 tenen knoflook
- 2 centimeter gember
- 1 paprika
- 1 ui
- 4 takjes selderij
- 1 maggiblokje
- 1 theelepel five spice
- halve theelepel allspice
- 1 eetlepel tomatenpuree
- 1 eetlepel sojasaus (minder zout)
- 1 eetlepel ketjap
- halve eetlepel marmite
- halve citroen
- kwart komkommer
Bereidingswijze
| 1. Tempeh: Snijd de tempeh in reepjes. Rasp de gember en hak de knoflook. Meng gember, knoflook, ketjap, sojasaus, sambal en five spice door elkaar. Voeg de tempeh toe, meng en laat even marineren terwijl je doorgaat met de rest. |
| 2. Bami: Kook de spaghetti volgens de verpakking. Giet af en zet apart. |
| 3. Haal de puntjes van de sperziebonen en snijd ze in drieën. Breng een pan water aan de kook en kook de sperziebonen 6 minuten voor. |
| 4. Hak de knoflook en rasp de gember. Snipper de ui, snijd de paprika in blokjes en hak de blaadjes selderij grof. |
| 5. Verhit wat olie in een koekenpan. Voeg de tempeh, ui en paprika toe en bak een paar minuten, tot de tempeh begint te kleuren. Voeg dan de knoflook, gember, de maggiblokjes, five spice en allspice toe. Roer door en bak een paar minuten. |
| 6. Zet het vuur laag en voeg de tomatenpuree, sojasaus, ketjap en marmite toe. Voeg ook een scheutje water toe, zo’n 100 milliliter, zodat je alles goed kunt mengen. Roer even door en roer vervolgens de spaghetti en sperziebonen erdoor. Bak nog even mee. Roer als laatste de selderij en het sap van de citroen erdoor. |
| 7. Serveer de bami met wat plakjes komkommer. |
