De basis van deze Turkse salade is bulgur. Bulgur zit vol vezels en vind ik daarom super als lunch. Het is een frisse salade met peterselie, munt, tomaat en granaatappel. Ik voeg er als extraatje geroosterde paprika aan toe. De salade is nóg lekkerder als hij even staat. Ideaal dus om klaar te zetten voor je werk.

Door de bulgur gaat een mengsel van tomatenpuree, chilivlokken en granaatappelmelasse. Granaatappelmelasse is ingekookt granaatappelsap. Hierdoor krijg je een stroperige, zoetzure siroop. Je koopt het bij de Turkse supermarkt. Als je het niet kunt vinden, kun je wat citroensap en ahornsiroop of honing toevoegen. Een ander alternatief is dikke balsamico.

Voor de lunch hou is meestal 40 gram granen per persoon aan. Verder voeg ik veel groenten toe. Door kısır gaan tomaten en komkommer. Om mijn lunchtrommeltje toch nog iets voller te krijgen, voeg ik ook paprika toe. De zoete smaak van geroosterde paprika vind ik goed passen bij de frisse salade.

Nadat je alles door de salade hebt gemengd, moet je hem minstens een half uurtje laten staan. De volgende dag is eigenlijk nog lekkerder. Ik neem hem dan ook vaak mee naar mijn werk. Ideaal om zondag vast klaar te maken. En omdat ik geen vaatwasser heb, geniet ik af en toe ook wel als ik geen aparte dressingbakjes heb.
Ingrediënten (2 personen)
- 2 paprika’s
- 80 gram bulgur
- half bosje munt
- half bosje peterselie
- 2 bosuien
- halve eetlepel granaatappelmelasse
- 1,5 eetlepel tomatenpuree
- 1 theelepel extra virgin olijfolie
- halve theelepel chilivlokken
- 2 tomaten
- halve komkommer
- 100 gram granaatappelpitjes (halve granaatappel)
Bereidingswijze
| 1. Verwarm de oven voor op 220°C. Bekleed een bakplaat met bakpapier. |
| 2. Leg de paprika’s op de bakplaat en bak ze een half uur in de oven, totdat ze zwart beginnen te kleuren. Doe ze dan in een zakje, knoop hem dicht en laat ze afkoelen. |
| 3. Kook de bulgur volgens de verpakking. Giet af en laat wat afkoelen. |
| 4. Hak ondertussen de munt, peterselie en bosui fijn. Doe in een schaal met de bulgur, maar hou een beetje munt apart om straks mee te garneren. |
| 5. Meng de granaatappelmelasse, tomatenpuree, olijfolie, chilivlokken en zout. Doe in de schaal bij de bulgur en meng door elkaar. |
| 6. Haal de zaadjes uit de tomaten en komkommer. Snijd de tomaten en komkommer in kleine blokjes. Doe bij de bulgur in de schaal. |
| 7. Voeg de granaatappelpitjes toe aan de bulgur. Hou een paar pitjes apart. |
| 8. Laat de kisir een half uur staan zodat de smaken goed in kunnen trekken. |
| 9. Haal de paprika’s uit het zakje en pel de velletjes eraf. Snijd de paprika’s in blokjes. |
| 10. Doe de paprika’s bij de bulgur en roer nog 1x door. Strooi de overbleven munt en granaatappelpitjes erover en serveer. |
