Niks gezonds aan dit recept. Ik zeg het maar gelijk. Dit is cheaten. Wel vegan, maar daar is ook alles mee gezegd. Zoete, kleverige, zachte broodjes. Tussen de laagjes deeg, gaat boter, suiker, kaneel en peccannoten. De broodjes leg je vervolgens op een laag boter en suiker, wat in de oven veranderd in karamel. Zondag bakdag?

De broodjes maakte ik als eerst met mijn verjaardag bij de brunch. Ze vielen bij iedereen in de smaak. Karamel maakt deze broodjes. Het plakkerige, zoete, is heerlijk bij de zachte broodjes. Hierdoor zijn ze niet veel gezonder te maken. Niet ieder weekend maken dus, maar af en toe zijn ze wel erg lekker.

Het deeg van de broodjes is heel zacht. Ik voeg tarwegluten toe, om het deeg nóg zachter te maken. Ik heb het altijd in huis, omdat ik het ook voor vleesvervangers gebruik. Het maakt het deeg nét wat lekkerder. Als je het niet in huis hebt, kun je het ook weglaten.

Na het rijzen rol je het deeg uit tot een dunne plak. Dit smeer je in met gesmolten boter. Vervolgens strooi je er basterdsuiker, kaneel en gehakte pecannoten over. Dit zorgt voor super lekkere laagjes tussen het deeg. Het deeg rol je op en snijd je in stukjes. Hierdoor krijg je 12 broodjes.

Dit was nog niet alle suiker en boter. Je mengt nog extra suiker en boter en dit verdeel je over je bakvorm. Ik gebruik een vierkanten brownievorm. Over de suiker en boter strooi je nog wat pecannoten. In de oven gaat de suiker en boter karameliseren. Na het bakken zet je een bord op de vorm en draai je hem om. En dan heb je de gekarameliseerde pecanbroodjes.

Ingrediënten (12 broodjes)
Deeg:
- 250 milliliter melk
- 40 gram boter
- 1 zakje gist
- 1 eetlepel suiker
- kwart theelepel zout
- 350 gram bloem
- 2 theelepels tarwegluten (optioneel)
Vulling:
- 50 gram boter
- 60 gram bruine basterdsuiker
- 2 theelepels kaneel
- 50 gram pecannoten
Karamel:
- 100 gram bruine basterdsuiker
- 100 gram boter
- 40 gram pecannoten
Bereidingswijze
| 1. Begin met het deeg. Verwarm de melk en boter op laag vuur, totdat de boter gesmolten is. Doe in een kom en laat wat afkoelen. De melk moet warm aanvoelen, maar niet te heet. Hier kan de gist niet tegen. |
| 2. Doe de gist bij de melk en roer door. Laat 10 minuten staan. Voeg dan de suiker toe en roer door. |
| 3. Meng in een andere kom de bloem, tarwegluten (als je die gebruikt) en zout door elkaar. Doe steeds 1/3e van de bloem bij de melk en roer het tussendoor. Als het op een gegeven moment niet meer goed lukt om te roeren kun je alles op het aanrecht kieperen en doorkneden. Bebloem het aanrecht dan van te voren. |
| 4. Maak een bal van het deeg. Smeer een kom in met een klein beetje olie. Doe het deeg erin en bedek het met plasticfolie of een vochtige theedoek. Laat een uur rijzen, totdat het twee keer zo groot is geworden. |
| 5. Maak ondertussen de karamel. Meng de boter en suiker en verdeel het over de bodem van een vierkanten vorm. Breek de pecannoten in grove stukken en strooi er overheen. |
| 6. Smelt de boter voor de vulling en laat wat afkoelen. Hak de pecannoten voor de vulling. |
| 7. Als het deeg gerezen is, leg je het op een bebloemd aanrecht. Rol uit tot een dunne rechthoekige lap. |
| 8. Smeer de gesmolten boter over de lap en strooi de suiker, kaneel en gehakte pecannoten erover. Rol de lap op en snijd hem in 12 stukken. Hiervoor snijd je de rol door de helft. Snijd de 2 helften vervolgens weer door de helft. Je hebt nu 4 rolletjes. Snijd deze in 3 stukken, zodat je 12 broodjes over hebt. Zet de broodjes in de vorm met de gesneden kant naar boven, zodat je de spiraal ziet. |
| 9. Verwarm de oven voor op 180°C. |
| 10. Dek de broodjes af met plasticfolie en laat nog even rijzen terwijl de oven voorverwarmt. Je kunt ze ook in de koelkast zetten en de volgende dag een uur voordat je ze gaat bakken er weer uit halen. |
| 11. Bak de broodjes een half uur totdat ze goudbruin zijn. Laat ze daarna een paar minuutjes een beetje afkoelen en stort ze vervolgens op een bord. Serveer de broodjes warm. |
